De kunst van Twombly bestaat erin de dingen te tonen: niet de dingen die hij afbeeldt (dat is een ander probleem), maar de dingen die hij verwerkt: dat beetje potlood, dat ruitjespapier, die spikkel roze, die bruine vlek. Het geheim van zijn kunst is, algemeen gesteld, dat hij de substantie (houtskool, inkt, olieverf) niet uitspreidt, maar dat hij die laat slepen. Om het potlood uit te drukken zou je kunnen denken dat je er druk op moet uitoefenen, de verschijningsvorm ervan sterker moet maken, intens, zwart en dik. Twombly denkt het tegenovergestelde; juist door minder druk uit te oefenen op de materie, door die haast nonchalant te laten neerstrijken zodat de korrel ervan zich wat verspreidt, kan de materie haar essentie tonen, ons zekerheid verschaffen over haar naam: het is potlood.… > Lees verder