‘Chocolocola, ça c’est du bon tabac’, mompelde de Meester, en liet de sigaar van zijn linker naar zijn rechter mondhoek rollen. De bolknak hing schuin naar beneden en schommelde vervaarlijk heen en weer, alsof de Meester er de stukken mee wilde aanwijzen en alvast zijn strategie uitstippelde. Goddank was hij vergeten het ding aan te steken. Sigarenrook heb ik nooit kunnen verdragen.
De Meester schoof mijn biljet van vijftig frank half onder het bord, naast het zijne, en tuurde me een poosje aan vanachter het bolwerk van zijn buik. Zijn ogen waren bloeddoorlopen. Toen deed hij zijn eerste zet: behoedzaam schoof hij de witte e-pion twee velden naar voren.… > Lees verder