web analytics

Voorwoord bij Abbé Prévost, Manon Lescaut

Een toneelstuk. Twee balletten. Vijf opera’s. Zes televisieseries. Twaalf speelfilms. Zouden er boeken bestaan die een grotere oogst aan bewerkingen hebben opgeleverd dan Manon Lescaut? Vier daarvan dateren trouwens uit de eenentwintigste eeuw, dus we mogen aannemen dat de betovering nog niet is uitgewerkt.

Vooral de opera van Puccini uit 1893 heeft veel betekend voor de internationale bekendheid van het boek, maar in Frankrijk was daar nooit gebrek aan. ‘Is het overdreven om te stellen dat dit boek onze beste roman kan worden genoemd?’ vroeg Markies de Sade tegen het eind van de achttiende eeuw retorisch, en ook Gustave Flaubert, de auteur van die andere grote ‘geschiedenis van een vrouw’ (Madame Bovary), is een halve eeuw later niet zuinig met zijn lof: ‘De grote kracht van Manon Lescaut zit hem in de liefde die alles bezielt, de argeloosheid van de hartstocht die de twee hoofdpersonen zo levensecht, zo innemend en zo waardig maakt, hoe schurkachtig ze ook zijn.… > Lees verder

Abbé Prévost, Manon Lescaut (fragment)

Ik ben genoodzaakt mijn lezer mee terug te voeren naar het moment in mijn leven waarop ik chevalier Des Grieux voor het eerst heb ontmoet. Dat was ongeveer een halfjaar voor mijn vertrek naar Spanje. Ik leidde het grootste deel van de tijd een teruggetrokken bestaan, maar was om mijn dochter te plezieren soms gedwongen een kleine reis te maken, die ik zo kort mogelijk hield. Op een dag kwam ik terug uit Rouen, waar ik bij het hooggerechtshof van Normandië op haar verzoek een zaak aanhangig was gaan maken met betrekking tot de successie van een paar stukken land waarvan ik de eigendomsrechten, geërfd van mijn grootvader van moederskant, aan haar had overgedragen.… > Lees verder

De ontsnapping uit het serail

Het zou een opera van Mozart of Rossini kunnen zijn. Ouverture met motiefjes alla turca, zodat we meteen weten waar we ons bevinden. Eerste bedrijf. Een knappe jonge edelman, gevangengenomen door het Turkse leger en als slaaf verkocht aan een vrekkige Ottomaanse heer, beklaagt zich luidkeels over zijn situatie. Maar halverwege zijn lange aria gaat de toonsoort over van mineur naar majeur, want onze held heeft één grote troost: hij is verliefd op de dochter van zijn meester en zij op hem, en hij hoopt op een dag samen met haar te kunnen vluchten. In een volgend tafereel zien we de slaaf met zijn meester, die een groot vertrouwen in hem heeft en hem wil belasten met een belangrijke taak – het vervolg is bekend.… > Lees verder