‘De neger delft het blauw / De regen komt er niet / Hij breekt door antraciet / De zon die schuurt hem rauw.’ Een raadsel? Een woordspel? Een versje? Niets van dat al: de eerste strofe van een gedicht van Jean Cocteau, vertaald door psycholoog Theo Festen. De strofe is opgebouwd rond een nogal versleten anagram (neger-regen): neger wil regen en graaft dus in de lucht, maar zonder succes. De lucht wordt pikzwart, de metaforische mijnwerker breekt hem open, maar daarachter brandt de zon nog onverbiddelijker: einde verhaal.
Maar wat staat er eigenlijk in het Frans? ‘Le nègre, mineur de l’azur / Que jamais pleuvoir ne mouille / Pâlit courbé dans la houille / Bleue et brute du soleil dur.’… > Lees verder