web analytics

Georges Perec, Ruimten rondom, kladtekst

DOCUMENT 1

15.5.73. Ruimten rondom (?)

Daarstraks, in de metro, had ik het gevoel dat ik, plotseling, niet meer wist wie, waar en wanneer ik was.
Je zou meteen allerlei dingen moeten preciseren: eigenlijk was het helemaal niet zo ‘plotseling’, eerder zou je moeten zeggen: na verloop van een onbepaalde tijd (die tamelijk kort moet hebben geduurd, als ik afga op de naderhand gereconstrueerde toedracht van dat moment van verdwazing) merkte ik dat ik geen touw meer vast kon knopen aan de woorden die ik boven mijn hoofd zag (eerder dan las): in casu, het lineaire schema van metrolijn Nation-Étoile (via Denfert-Rochereau): ik zag, ik herkende de letters, maar de woorden die door die letters werden gevormd, zeiden me niets.… > Lees verder

Tirade 31: Meer lucht!

De École Normale Supérieure in de Rue d’Ulm te Parijs is het meest prestigieuze onderwijsinstituut op Franse bodem. Elke zichzelf respecterende Franse intellectueel heeft er zijn opleiding genoten, de school telt twaalf Nobelprijswinnaars onder haar alumni, en het was dan ook niet zonder trots dat het driemanschap Marjan Hof (Martin de Haan, Jan Pieter van der Sterre en Rokus Hofstede) er in het academisch jaar 2002-2003 haar opwachting maakte voor een maandelijks séminaire over Prousts Contre Sainte-Beuve, georganiseerd door de befaamde ‘équipe Proust’. Aanleiding: de door ons te vervaardigen Nederlandse editie van genoemd boek, dat overigens geen boek maar een berg losse schetsjes is en dus behalve vertaald ook gecomponeerd diende te worden (want in het Frans bestaat er geen bevredigende editie).… > Lees verder

Dode schrijvers op vakantie

Wat drijft cultureel toeristen om massaal op zoek te gaan naar de sporen van dode schrijvers? Het schijnt dat je over hun graf heen intense gesprekken met ze kunt voeren, en zelfs vrienden kunt worden. Neem Frankrijk en werp een blik op de koffiepot van Balzac.

De huizen van schrijvers, hun werktafels, hun ganzenveren, hun uitzicht. De zakdoek waarmee Flaubert zijn mond afveegde voordat hij stierf. Zijn inktpot, in de vorm van een kikker, of is het een pad? Het laantje, in de tuin van Croisset nabij Rouen, waar hij zijn zinnen aan de ‘brulproef’ onderwierp, om te horen of ze goed bekten.… > Lees verder

Een stadswandelaar als Georges Perec

‘Boven aan de trappen kom je uit op een klein kruispunt, met links de Rue Piat, aan de overkant de Rue des Envierges en rechts de Rue du Transvaal. Op de hoek van de Rue des Envierges en de Rue du Transvaal is een mooie okerkleurige bakkerswinkel. Langs de trapleuning, naast een lantaarnpaal, staat een brommer met bonte kleuren in een roofdiermotief. Twee Algerijnen leunen een ogenblik met hun ellebogen op de balustrade. Twee zwarten lopen de trappen op. Ondanks het tamelijk bewolkte weer is het panorama vrij weids: kerken, hoge nieuwe gebouwen, het Pantheon?’

Het panorama is nog altijd vrij weids vanaf de heuvel van Belleville.… > Lees verder

‘Het lijkt wel of ik kukeleku roep’: Pascale Casanova

Literair critica Pascale Casanova spreekt dit weekend op een congres in Amsterdam over de Frans-Nederlandse literaire betrekkingen. Zij ziet Parijs nog steeds als centrum van de internationale literatuur. Maar de toestand van de hedendaagse Franse literatuur is ‘schandalig’.

‘Ga je in Parijs lunchen met iemand uit het literaire wereldje, dan is het eerste wat je hoort: “Ah! De Franse literatuur is ook niet meer wat ze geweest is!” Het tweede wat je hoort is: “Ah! Paris, c’est fini! Parijs bestaat niet meer!” Ondertussen heeft men het er wel voortdurend over: is Parijs nog altijd de literaire navel van de wereld, en zo ja, hoe lang nog, of toch niet meer, en zo ja, sinds wanneer dan, enzovoort… Iedereen heeft daarover een mening, die samenhangt met de plaats die hij in het literaire universum inneemt.’… > Lees verder

De Franse letterkunde bestaat niet (in Nederland)

‘Begin februari in Amsterdam. Op de halfjaarlijkse boekbeurs Vers voor de Pers zit uitgever Wouter van Oorschot, zoals altijd met een blik in de ogen die weinig goeds voorspelt, achter zijn tafeltje. Nu de gekte rond Het Bureau van Voskuil is gaan liggen, lijkt het of Van Oorschot even een adempauze neemt. Slechts een handvol nieuwe titels ligt in dummyvorm voor. Eén daarvan is In de hemel zoals op aarde van Jean Rouaud. (..) ‘Daarmee is zijn cyclus klaar?’, vraag ik, behoorlijk overbodig maar je moet wat. De uitgever knikt en vraagt: ‘Heeft u de andere vier gelezen dan?’ Na het bevestigende antwoord mijnerzijds, bast hij: ‘Dan bent u een van de weinigen.’

> Lees verder