‘[…] In Het verdriet van België gaat het over een Vlaanderen dat is ondermijnd door de erfenis van jaren Franstalige overheersing en ‘democratisch gekonkelefoes’, over een familie die sympathieën koestert voor Hitler, over een jongen — Louis — die wanneer hij anderhalf jaar oud is en tot zijn elfde levensjaar wordt verbannen naar een somber pensionaat gehouden door sombere nonnen, over dezelfde jongen als tiener die wordt gefascineerd door de zelfverzekerde allure van de Duitse militairen, over de gruwelen die hij ontdekt als hij zijn vader helpt bij het in een vrachtwagen laden van de gewonden en de doden, over de verboden liefde voor een jonge zigeunerin, over de zwarte markt, over bevoorrechting, over alledaags antisemitisme, over de lafheid van de Kerk, over een leraar die voor verzetsdaden wordt gedeporteerd, over twee communistische scholieren die door de Gestapo van de schoolbanken worden gelicht, over de zelfmoord van een jeugdvriend, dat verdriet (zoveel ander verdriet…).… > Lees verder