Belgisch-Russische beeldhouwer, actief omstreeks 1970. Vladim, een oorlogskind – zijn moeder ontmoette zijn vader tijdens de Arbeitseinsatz – kon in België niet aarden. Hij wilde slechts beeldhouwwerken maken uit oudroest en schroot en verder met rust worden gelaten. Over zijn materiaalkeuze was hij stellig: ‘Op onzinnige wijze verspilt men nieuw materiaal om er de afschuwelijkste dingen uit te vervaardigen. Waarom zou ik nieuw ijzer met veel moeite plooien en bewerken, als het oude reeds kant en klaar in de vorm ligt die ik nodig heb? Zij die na ons komen zullen weten dat we zelfs op afvalplaatsen en vuilnisbelten de moed hadden iets te maken wat mooi was.’… > Lees verder
Tippetotje
Belgische schilderes, actief na de Tweede Wereldoorlog. Over het leven van Tippetotje is een schat aan documenten beschikbaar, onder meer brieven en transcripties van gesprekken met de dagbladschrijver Johan Janssens, en verslagen van excursies met Meneer Colson, ambtenaar.
Tippetotje was niet van zins nieuwe wegen te banen in de schilderkunst, en stond bepaald wantrouwig tegenover de avant-garde. Ze was de schilderes van de onbewaakte overweg, van de betonplaten naast de dekenfabriek, van de vuile huizen in de winter en van de zonovergoten voorstadskoer. ‘Ik ben geen surrealist, ik ben Tippetotje en ik moet een onderwerp nemen dat mij past: een root werkmanshuizen die realistisch zijn weergegeven, alhoewel ze daar als het ware in een droomsfeer staan, onder een lucht die donker en gesloten en een ietsje roodachtig is, maar verlicht door een klaarte die als het ware uit het schilderij zelf komt, die als het ware voortspruit uit die, overigens zeer realistisch geziene, root werkmanshuizen: en aan de straatdeur van het eerste werkmanshuis staat de godverdommelijke schone droom van een naakt meisje… zij is heel naakt maar draagt een rode pullover… zij is naakt tot aan het middel zodat ge de droom der benen en der dijen ziet, en de duivelsharen van haar geslacht, maar daarboven draagt zij een rode met de hand gebreide pullover…’, aldus Tippetotje in een brief.… > Lees verder
Bernard
Belgisch schilder, actief in Vlaanderen voor en na de Tweede Wereldoorlog. Geboren en getogen in de armoedige arbeidersbuurt van een Vlaams industriestadje, als laatste telg van een kroostrijk gezin. Op jonge leeftijd was hij het slachtoffer van een verkeersongeluk. De gebrekkige genezing van de beenwond had tot gevolg dat Bernard zijn hele leven mank liep. Het malheur aan zijn been verhevigde zijn sociale isolement maar bevorderde zijn artistieke ontwikkeling. Aanvankelijk tekende hij zijn directe leefomgeving: stadslandschappen, romantisch-miserabilistische scènes, in harde contouren. Hij genoot nauwelijks regulier onderwijs maar bezocht al vroeg de academie, waar hij blijk gaf van een uitzonderlijk schildertalent. Hij leerde er ornamenten schilderen, stillevens en portretten naar levend model, en won er verschillende prijzen.… > Lees verder
Medard
Belgische kunstschilder, actief in de 20ste eeuw. Er is niet zoveel over Medard bekend, en wat we over hem weten gaat terug op één bron, de schilderes Tippetotje [zie aldaar], die hem een brave jongen met een bult noemde. Medard ging naar de schilderschool, leerde er landschapjes penselen, die hij kinderlijk signeerde: Medard, met een grote krul. Zijn werk was evenwel niet zonder enig commercieel succes.
Nadat zijn heftige gevoelens voor een meisje onbeantwoord waren gebleven vanwege zijn handicap, stopte Medard met het maken van landschappen. Zijn zielenpijn verwerkte hij in schilderijen die hij niet meer verkocht. Daarna kwam de oorlog, Medard at zijn bult op en stierf.… > Lees verder
Schatt, Oscarke
Belgisch beeldhouwer, actief in de eerste helft van de 20ste eeuw. Oscarke Schatt groeide op in een verarmd, kleinburgerlijk gezin in het gehucht Ter-Muren. Hij bezocht de tekenschool, waar hij twee eerste prijzen behaalde in de disciplines modulatie en tors. Oscarke droomde van een toekomst als beeldhouwer. De kleine Ondine, die hij huwde, wilde hij in steen vereeuwigen. In zijn wildste dromen hoopte hij met het beeld de Prix de Rome te winnen en een atelier zo groot als een schouwburgzaal te betrekken. In werkelijkheid ging hij in Brussel aan de slag als steenkapper in verschillende steenhouwerijen, en beperkte zijn werk zich tot het plaatsen van marmeren schouwen, het kappen van arduinen drempels of het poetsen van vuilgeworden grafstenen.… > Lees verder