web analytics

Gestolen manuscripten van Céline teruggevonden

[Naschrift oktober 2022: het onderstaande verdient inmiddels enige nuancering. De manuscripten waren in 1944 namelijk niet gestolen, maar gewoon aangetroffen door de nieuwe bewoner van het huis, die na de oorlog twee keer vergeefs heeft geprobeerd ze terug te geven; Céline weigerde.]

De Franse krant Le Monde kwam afgelopen donderdag met groot literair nieuws. Een verloren gewaande stapel manuscripten van een van de grootste Franse schrijvers van de vorige eeuw, Louis-Ferdinand Céline, blijkt al ruim vijftien jaar in het bezit te zijn geweest van een inmiddels gepensioneerde toneelcriticus van het dagblad Libération, Jean-Pierre Thibaudat. Onder de documenten bevinden zich een volledige, totaal onbekende roman, 600 vellen van een andere roman waarvan maar een paar passages bekend waren, een manuscript van Dood op krediet en tal van privédocumenten.

Het verhaal van de vondst klinkt zelf ook haast als een roman. Thibaudat, geen Céline-specialist, werd op een dag benaderd door een lezer van zijn krant, die hem vervolgens ongeveer 1 kuub papier kwam brengen, volgepend in het handschrift van de auteur van Reis naar het einde van de nacht. Voorwaarde van de anonieme schenker was dat de manuscripten pas na de dood van Célines weduwe in de openbaarheid mochten komen. Immers, Céline en zijn vrouw waren nazisympathisanten geweest, en zo’n financiële klapper (de manuscripten zijn miljoenen waard) gunde hij haar als rechthebbende niet.

Lucette Destouches stierf in november 2019 op 107-jarige leeftijd in Meudon. Een paar maanden later nam Thibaudat contact op met een Parijse auteursrechtspecialist, die de nieuwe rechthebbenden van Célines werk benaderde. Thibaudet stelde voor de manuscripten te publiceren en dan weg te geven aan een wetenschappelijk instituut, maar daarmee had hij buiten de jongste van de twee rechthebbenden gerekend. Deze Véronique Chovin, een 69-jarige vriendin van de Lucette Destouches, bracht verontwaardigd in herinnering dat de manuscripten in 1944 uit het huis in Meudon waren gestolen nadat het echtpaar Céline halsoverkop met valse papieren naar Denemarken was gevlucht om te ontkomen aan de bevrijders.

Thibaudat was kortom schuldig aan heling, vonden de rechthebbenden, die hem aanklaagden bij de Parijse arrondissementsrechtbank. Bij het verhoor door de onderzoeksrechter overhandigde de toneelcriticus, die in vijftien jaar tijd alle manuscripten had getranscribeerd en nooit de bedoeling had gehad er zelf financieel wijzer van te worden, het pakket van Céline uit eigen beweging aan de autoriteiten. De bejaarde rechthebbenden kwamen het later persoonlijk ophalen: drie grote boodschappentassen vol beschreven vellen papier.

Wat er nu met de manuscripten gaat gebeuren is nog niet duidelijk. Waarschijnlijk worden ze alsnog gepubliceerd. De geschiedenis van Célines werk kan 60 jaar na zijn dood weer helemaal opnieuw worden geschreven.

[Verschenen in de Volkskrant, 9 augustus 2021, © Martin de Haan]

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.