web analytics

Tijdloze tijd in Arles

‘Voor vertalers is contact met de brontaal en –cultuur en met anderstalige collega’s die uit dezelfde taal vertalen van het allergrootste belang. Een relatief bescheiden, maar zeer doeltreffende mogelijkheid daartoe vormen de vertalershuizen…’, heet het in het Vertaalpleidooi. Zo gezegd zo gedaan: deze zomer heb ik vier weken in Arles verbleven, aan het Collège International des Traducteurs Littéraires aldaar. Het Collège bezet een vleugel van het voormalige Hôpital-Dieu, het uit de 16e eeuw daterende ziekenhuis in het hartje van het oude Arles, dat een jaar of dertig geleden een culturele bestemming heeft gekregen. De binnenplaats, die wel iets wegheeft van een kloostertuin, is heraangelegd overeenkomstig het door Vincent van Gogh in het voorjaar van 1889 ter plekke gemaakte schilderij. Twee keer bracht Van Gogh enkele weken in het ziekenhuis door, eerst na de toestand met dat oor, vervolgens nadat buurtgenoten een verzoekschrift hadden ingediend om die man die niet helemaal goed bij zijn hoofd was te laten opsluiten.

Arles is een schilderachtig stadje, Van Gogh was er niet voor niets zo lyrisch over het licht. In de zomer is het een trekpleister, vanwege de vele Romeinse en middeleeuwse monumenten, de markten, de folklore (waaronder het fameuze stierenvechten in de Arènes), en vanwege het intense culturele leven, met onder andere de jaarlijkse Rencontres de la Photographie. Ik heb van al die afleiding tijdens mijn verblijf weinig gemerkt, want ik nam deze buitenkans waar om me met maniakale eenkennigheid op Proust te storten. Niet dat ik alle contacten meed: in het Collège bivakkeren steevast enkele andere meer of minder naarstige vertalers, en bovendien is Arles de stad met de grootste vertalersdichtheid van Europa. De Arlesiaanse uitgeverij Actes-Sud brengt veel vertalingen uit en trekt dus Franse vertalers aan, en heel wat buitenlandse vertalers worden na een bezoek aan het Collège verliefd op de plek en blijven er hangen. Op het Collège werd meesmuilend gesproken over een ‘Van Hemert-effect’ – de Nederlandse vertaalster Eveline van Hemert woont al jaren in Arles; ook haar jonge collega Hester Tollenaar is er inmiddels neergestreken.

Voor mij was het contact met enkele native speakers inspirerend, als ze bereid waren commentaar te geven bij de cryptische Proustzinnetjes die ik ze voorlegde. Ook met een paar andere allochtone collega’s, zoals de Koreaanse Foucaultspecialist Se-Kwang Shim en de Australische Zolavertaler Brian Nelson, kon ik het goed vinden. De meeste vertalers werkten op hun eigen kamer, waar het met de aanwezige airconditioning iets frisser was dan elders in het gebouw. Zelf bracht ik mijn dagen en avonden door in de bibliotheek, om de stilte die daar heerste. Die bibliotheek is een voormalige ziekenzaal, en opmerkelijk genoeg heeft Van Gogh die zaal eveneens geschilderd. Het plafond en de muren zijn bij hem kobaltblauw geworden en de houten vloer steenrood, een complementair contrast van het soort dat hem dierbaar was. Zijn schilderij, feitelijk een zogeheten studie, geeft de ruimtelijkheid van de bibliotheek nog altijd goed weer; herkenbaar zijn de hoge ramen en de (in werkelijkheid diepbruine) balken die de twaalf meter brede ruimte overspannen; het volstaat om de ziekenhuisbedden weg te denken en te vervangen door boekenrekken om een idee te krijgen van de huidige toestand.

Bij zijn terugkeer naar Seoel deed Se-Kwang Shim me twee pakjes Koreaanse sigaretten cadeau. Het ene pakje, van het merk Raison Blue, was getooid met een afbeelding van een zwarte kat die een computermuis najaagt, en daaronder de woorden ‘creative revolution’. Het andere pakje had een nog suggestievere merknaam, voor een Proustvertaler tenminste – Timeless Time. Is Proust in het Koreaans vertaald? Dat moet ik Se-Kwang toch nog eens vragen.