web analytics

Milan Kundera, Over de romankunst, fragment

Een arme dorpsedelman, Alonso Quijano, besloot een dolende ridder te worden en noemde zich Don Quichot van La Mancha. Hoe moeten we zijn identiteit definiëren? Hij is wie hij niet is.

Hij ontfutselt een barbier diens koperen scheerkom, die hij voor een helm aanziet. Bij toeval komt de barbier later in de herberg waar Don Quichot zich in een gezelschap bevindt; hij ziet zijn scheerkom en wil hem terug. Maar Don Quichot is trots en weigert de helm als scheerkom te zien. Direct wordt een ogenschijnlijk zo eenvoudig voorwerp een vraag. Hoe kun je trouwens bewijzen dat een op een hoofd geplaatste scheerkom geen helm is? Geamuseerd vindt het guitige gezelschap de enige objectieve manier om de waarheid aan te tonen: een geheime stemming. Alle aanwezigen doen eraan mee en het resultaat is ondubbelzinnig: het voorwerp wordt erkend als helm. Prachtige ontologische grap!

Don Quichot is verliefd op Dulcinea. Hij heeft haar enkel vluchtig gezien, of misschien wel nooit. Hij is verliefd, maar zoals hij zelf zegt, ‘alleen omdat het onvermijdelijk is dat dolende ridders het zijn’. Ontrouw, verraad, teleurstelling in de liefde, het zijn thema’s die de verhalende literatuur altijd al heeft gekend. Maar bij Cervantes worden niet de geliefden maar de liefde zelf, het begrip ‘liefde’ ter discussie gesteld. Want wat is liefde als je van een vrouw houdt zonder haar te kennen? Een eenvoudige beslissing? Of zelfs een nabootsing? De vraag gaat ons allemaal aan: als we niet sinds onze kindertijd voorbeelden van liefde kregen die tot navolging uitnodigden, zouden we dan weten wat het betekent om van iemand te houden?

Een arme dorpsedelman, Alonso Quijano, heeft de geschiedenis van de romankunst in gang gezet met drie vragen over het bestaan: wat is de identiteit van een individu? Wat is waarheid? Wat is liefde?

[Fragment uit Milan Kundera, Over de romankunst – verzamelde essays, geheel herzien door Martin de Haan, Ambo 2012. De bundel bevat: De romankunst (vert. Ernst van Altena), Verraden testamenten (vert. Piet Meeuse), Het doek (vert. Martin de Haan) en Een ontmoeting (vert. Martin de Haan).]