web analytics

‘De schrijver is hooguit een opwekker van ambiguïteit’: Roland Barthes

‘Het kwartetje van waarden ziet er dus zo uit: ‘stijf worden’ en ‘los raken’ zijn goede waarden (het gladde, het geoliede, het overgotene zijn gunstig, afdrijven is gerechtvaardigd); maar ‘stollen’ en ‘schiften’ zijn slechte waarden, [onleesb.] wijzen vooruit naar de dood door mummificatie (reïficatie) of ontbinding.’

(onuitgegeven fragment uit Roland Barthes par Roland Barthes, in: Genesis 19/02, p.26)

Roland Barthes hield van chocola en van amfibolieën. Een amfibolie is een soort verbale praline, een gelaagde uitspraak die inspeelt op de potentiële dubbelzinnigheid van een woord. ‘Telkens wanneer hij zo’n woord met dubbele lading tegenkomt, houdt R.B. (…) de twee betekenissen vast, alsof één van de betekenissen naar de andere knipoogt en de betekenis van het woord in dat knipogen besloten ligt. Een en hetzelfde woord kan zo in een en dezelfde zin tegelijkertijd twee verschillende dingen betekenen, zodat je semantisch van de ene betekenis geniet via de andere.’ (IV, 650-651) In het fragment ‘Amfibolieën’, uit Roland Barthes door Roland Barthes, geeft hij een hele waslijst van zulke dierbare dubbelzinnigheden: aanhalen (lief doen en citeren), achterover drukken (naar achteren duwen en ontvreemden), afwezigheid (afwezigheid van de persoon en geestelijke verstrooidheid) enzovoort. Hij noemt ze zelfs ‘kostelijk dubbelzinnig’ (précieusement ambigus), omdat de amfibolie geactualiseerd kan worden ‘door een soort gelukkig toeval, niet van de taal maar van het discours’. Oók van de taal, zou je daar meteen aan willen toevoegen, want de door Barthes gegeven voorbeelden van amfibolieën zijn niet zomaar te transplanteren naar het Nederlands – het hier boven genoemde ‘aanhalen’ bijvoorbeeld is een vondst van Barthes’ vertalers, Michel J. van Nieuwstadt en Henk Hoeks.

In dit fragment is heel Barthes aanwezig, het is een pars pro toto voor zijn conceptuele, thematische en strategische ambiguïteit. Zichzelf opvoeren in de derde persoon (een romaneske stijlvorm), een definitie geven en een lijst opmaken (een wetenschappelijke bekommernis); een gewichtig begrip op speelse wijze ontleden; een oude retorische figuur actualiseren en ‘genieten’ van de erin vervatte betekenissen; die betekenissen laten ‘knipogen’ en zich zo verweren tegen de conceptuele verstarring van een binaire dialectiek (‘binair’ is een besmet woord, het kleeft, en Barthes had een hekel aan kleverigheid, al hield hij dan van chocola). Maar bovenal: ambiguïteit omhelzen. Ambiguïteit in engere, taalkundige zin duidt simpelweg op een meervoud van betekenissen, maar het woord kan ook een levenshouding karakteriseren en verwijst dan naar wendbaarheid, raffinement en intelligentie, ofwel naar wankelmoedigheid, grilligheid en onbetrouwbaarheid. Het woord ambiguïteit is met andere woorden zelf ambigu. Barthes’ ambiguïteit slaat op de complexiteit van een oeuvre, maar tegelijk ook op de ongrijpbaarheid van een publiek personage en op de grilligheid van een maatschappelijk parcours.

Barthes’ ambigue grondhouding moet worden teruggeplaatst in de context van de nimmer opgeloste spanning tussen de twee sociale velden waarin hij actief was, (mens-) wetenschap en literatuur. Barthes is altijd een grensbewoner gebleven; hij heeft nooit definitief kunnen of willen kiezen tussen het ‘onpersoonlijke’ van de theorievorming (en de daarmee gepaard gaande institutionalisering) en het ‘persoonlijke’ van het schrijven (en het daarmee gepaard gaande isolement). Of, in minder neutrale bewoordingen: hij is altijd een contrabandier geweest, die het strenge en soms esoterische lexicon van de wetenschap (linguïstiek, psychoanalyse, sociologie) binnensmokkelde in de essayistiek, en andersom literaire elegantie en dilettantisme invoerde in de wetenschap. Een intellectuele biografie van Barthes zou dan ook rekening moeten houden met de historische ontwikkelingen binnen de (mens-) wetenschap en de literatuur in het Frankrijk van de jaren ’40-’70. In het onderstaande beperk ik mij tot het volgen van enkele gedaanteverwisselingen van Barthes’ ambiguïteit, niet om alsnog af te bakenen wat zich nu juist hardnekkig aan afbakening blijft onttrekken, maar om te laten zien hoe Barthes het opschorten van een keuze tussen wetenschap en literatuur voortdurend zelf in zijn werk thematiseerde.